Het Rijk, de provincie Noord-Brabant en de gemeente Moerdijk willen het Logistiek Park Moerdijk (LPM) ontwikkelen. Het moet een grootschalig en duurzaam logistiek bedrijventerrein van 140 hectare worden, ten zuiden van het knooppunt Klaverpolder (A16/A17). De ontwikkeling van het LPM moet een flinke impuls geven aan de economie en werkgelegenheid in vooral West-Brabant. Tegelijkertijd moet het bedrijvenpark voldoen aan de duurzaamheidseisen van deze tijd.
Situatie
De ontwikkeling van Logistiek Park Moerdijk maakt deel uit van een brede gebiedsontwikkeling in de gemeente Moerdijk, gericht op versterking van de economie én verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving.
Het park is bedoeld voor logistieke bedrijven die naast opslag en distributie extra waarde toevoegen. Bijvoorbeeld door assemblage- of montagewerkzaamheden. Het moet een duurzaam en hoogwaardig bedrijventerrein worden. In het Publiek Programma van Eisen zijn daarom duurzaamheidsambities opgenomen over energie, waterkwaliteit, waterbalans, natuur en landschap, én multifunctioneel watergebruik.
Provinciaal inpassingsplan
Deze duurzaamheidsambities moeten in een provinciaal inpassingsplan geborgd worden. Een experiment uit de Crisis- en herstelwet (Chw) maakt dat mogelijk. De provincie wil duurzaamheidseisen stellen met het keurmerk BREEAM. De kwalificatie ‘Good’ wordt verplicht op gebiedsniveau, en streefnorm op gebouwniveau. Ook mogen gebouwen niet op het aardgasnetwerk worden aangesloten.
Het inpassingsplan zal bovendien regels bevatten voor de goederenstroom tussen het Logistiek Park Moerdijk en het zeehaventerrein Moerdijk. Verder komen er verplichtingen voor de landschappelijke inpassing, naast maatregelen voor natuurcompensatie. Een voorbeeld is speciale verlichting die de vleermuizen niet hindert.
Het duurt 15 tot 20 jaar voordat het Logistiek Park Moerdijk volledig is uitgegeven. De exploitatieopzet is ook gericht op die termijn. Vanwege de lange ontwikkelperiode is alleen een plan met een geldigheidsduur van maximaal 20 jaar een goede oplossing.
Waarom de Crisis- en herstelwet?
Een aantal ambities voor de verbetering van de fysieke leefomgeving was niet te combineren geweest met de huidige Wet ruimtelijke ordening (Wro). Door LPM volgens de Chw aan te wijzen als innovatief experiment, krijgt de provincie toestemming om van de Wro af te wijken. Nu kan ze in het inpassingsplan wél verplichtende eisen opnemen over de fysieke leefomgeving, en zo de duurzaamheid bevorderen. De Chw maakt het ook mogelijk dat het provinciaal inpassingsplan de hoognodige langere looptijd krijgt van 20 jaar.
Ervaringen en resultaten
- Bij de ontwikkeling van de plannen van de provincie, heeft stikstofproblematiek (PAS) voor flinke vertraging gezorgd.
- Het inpassingsplan is op 8 mei 2020 opnieuw en gewijzigd vastgesteld. Dat gebeurde na een tussenuitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van eind 2019.
- In de einduitspraak van 30 september 2020 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak dat de gebreken in het natuuronderzoek waren hersteld met een nieuwe ‘passende beoordeling’ van de provincie. Het plan is daarmee onherroepelijk geworden.
- Als volgende stap kan de provincie Noord-Brabant de omgevingsvergunningen gaan verlenen.
Thema
Algemeen
- Type overheid
-
Provincie
- Overheid
-
Provincie Noord Brabant
- Status
-
6-onherroepelijk
- Artikel Chw
- artikel 7k
- Tranche
- Tranche 9, Tranche 13
Kenmerken
- Jurisprudentie
- Van toepassingBekijk de uitspraak
- Mer
- Van toepassingBekijk het advies
- Innovatie
- Niet van toepassing